-
1 een weddenschap aangaan
een weddenschap aangaan -
2 een weddenschap aangaan
-
3 een weddenschap aangaan
v. lay a wager -
4 een weddenschap afsluiten/aangaan
een weddenschap afsluiten/aangaanmake/place a betVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een weddenschap afsluiten/aangaan
-
5 weddenschap
-
6 aangaan
затеять; заключить; взять на себя; что до меня, то...; зажечься, загореться; прижиться; ему крышка; заключать; основывать; подходить; заходить; начинаться; касаться; относиться* * ** (z)2) начинаться3) касаться, относиться•- een huwelijk aangaan
- aangaan van een man
- aangaan van een vrouw
- een verbond aangaan
- een weddenschap aangaan
- schulden aangaan* * *гл. -
7 weddenschap
♦voorbeelden:1 een weddenschap afsluiten/aangaan • make/place a beteen weddenschap verliezen • lose a beteen weddenschap van iemand winnen • win a bet off someonegeld winnen met een weddenschap • win money on a bet -
8 wager
n. weddenschap--------v. wedden, oorlog voerenwager1♦voorbeelden:————————wager2〈 formeel〉II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 verwedden ⇒ wedden (om/met), op het spel zetten♦voorbeelden: -
9 pari
pari [paarie]〈m.〉1 weddenschap ⇒ inzet, gokspel♦voorbeelden:pari mutuel urbain • paardentotalisatorles paris sont ouverts • alles is nog mogelijk, niets ligt nog vastengager, faire, tenir un pari • een weddenschap aangaanm1) weddenschap2) inzet -
10 lay
adj. gewoon; amateur; ondeskundig; niet priesterlijk; wereldlijk--------n. lied, vers, ballade--------n. toestand; leg (v. kip); stand van zaken; wip, nummertje; plechtig lied, zang; iem. die bed deelt--------v. neerleggen; leggen; dekken; voorleggen (voor mij); opleggen; plaatsen; veroorzaken; klaarmaken; wedden; wonenlay1[ lee] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:1 〈 Amerikaans-Engels〉 the lay of the land • de natuurlijke ligging van het gebied/stuk grond; 〈 figuurlijk ook〉 de stand van zaken→ easy easy/————————lay22 leken- ⇒ amateur-, ondeskundig♦voorbeelden:lay preacher • lekenpriesterlay sister • lekenzuster————————lay31 wedden♦voorbeelden:1 leggen ⇒ neerleggen/vleien4 verdrijven ⇒ doen bedaren/verdwijnen5 beleggen ⇒ bekleden, be/overdekken (met)7 naar voren brengen ⇒ uiten, in/uitbrengen♦voorbeelden:2 the scene of the story is laid in … • het verhaal speelt zich af in …lay a snare/trap • een strik/val zettenlay flat • tegen de grond slaanlay low • tegen de grond werken; (vernietigend) verslaan; 〈 figuurlijk〉 vellen 〈 bijvoorbeeld van ziekte〉lay waste • verwoesten4 lay someone's doubts • iemands twijfel(s) wegnemen/sussen6 lay a wager • een weddenschap aangaan/afsluiten8 lay a penalty (up)on someone • iemand een boete/straf opleggen→ lay aside lay aside/, lay by lay by/, lay down lay down/, lay off lay off/, lay on lay on/, lay open lay open/, lay out lay out/, lay up lay up/————————lay4→ lie lie/ -
11 place
n. plaats; plaats (in maatschappij, werk etc.); taak--------v. plaatsen; neerzetten; aanstellen; thuisbrengenplace1[ plees]4 stand ⇒ rang, positie♦voorbeelden:come round to my place some time • kom eens (bij mij) langs〈 spreekwoord〉 there's no place like home • zoals het klokje thuis tikt, tikt het nergens2 place of worship • kerk, kapel4 know one's place • zijn plaats kennen/weten♦voorbeelden:fall into place • duidelijk zijnlay/set a place for someone • voor iemand dekken〈 figuurlijk〉 put/keep someone in his (proper) place • iemand op zijn plaats zetten/houdentake your places • neem uw plaatsen inin places • hier en daar————————place2II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:place an order for goods • goederen bestellenplace a telephone-call • een telefoongesprek aanvragen -
12 держать пари
vgener. een weddenschap aangaan (от-на), verwedden, wedden (от-на) -
13 lay a wager
een weddenschap aangaan/afsluiten -
14 lay/make a wager
lay/make a wager -
15 place a bet
-
16 put money on
wedden, een weddenschap aangaangeld zetten/wedden op; 〈 figuurlijk〉 zeker zijn van————————wedden/inzetten op -
17 engager, faire, tenir un pari
engager, faire, tenir un pariDictionnaire français-néerlandais > engager, faire, tenir un pari
-
18 держать пари
vgener. een weddenschap aangaan (от-на), verwedden, wedden (от-на)
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Русский
- Французский